• Opstarten van budgetbeheer;
• Inkomensreparatie;
• Het uitvoeren van betalingen volgens het opgestelde budgetplan;
• Het treffen van betalingsregelingen bij een beheersbare schuldenlast;
• Maandelijks reserveren voor onvoorziene uitgaven;
• Het doorboeken van het overeengekomen huishoudgeld;
• Het controleren of de toeslagen bij de belastingdienst juist zijn.